Op een kast of in de keuken ziet men ze dikwijls staan: een massa aan pilletjes in potjes, al dan niet gebruikte medicijnen.
Naarmate mensen ouder worden, krijgen ze te maken met een aantal specifieke problemen die horen bij deze leeftijdsfase. Bejaarden lijden gemakkelijker aan meerdere chronische ziekten tegelijk, waarvoor dan ook allemaal medicatie gebruikt wordt. Het geneesmiddelengebruik van bejaarden is dan ook vele malen hoger dan bij niet-bejaarden. Dit zeer hoge geneesmiddelengebruik kan een gevaar met zich meebrengen.
Doelstelling
De verschillende soorten medicatie en hoe die moeten gebruikt worden.
De nevenverschijnselen kennen van bepaalde medicijnen en weten hoe daar als verzorgende mee om te gaan.
Inhoud
• Hoe gebruikt men medicijnen, de verschillende toedieningswijzen?
• Wat hoort er thuis in de huisapotheek?
• De generische geneesmiddelen.
• Wat doet medicatie met de cliënt, of wat doet het niet?
• Wat zou medicatie moeten veranderen bij de patiënt, of wat zou het absoluut niet mogen veranderen?
• Wat kan er gedaan worden om de patiënt verstandig met medicatie te laten omgaan?
• Is het wel of niet een ramp als men medicatie “vergeet” te nemen?